Zwartwater 1/2

Geschiedenis

De naam Zwart Water is enigszins verwarrend. Hij is ontleend aan een moerasgebied dat tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw op de plaats lag van de huidige autosnelweg ten noordoosten van Venlo. Door drooglegging is niets meer van dit moeras over. Het Zwart Water leeft echter voort in de naam van het tegenwoordige natuurgebied ten noorden van de snelweg. Het grootste water in dit gebied is de Venkoelen, gelegen in een oude Maasbedding. De plas is ontstaan door vervening tot in het begin van de 19e eeuw.

Jarenlang waren er conflicten tussen de gemeenten Venlo, Arcen en Velden, en Straelen over de rechten om de Venkoelen te mogen uitgraven. Na de ontvening begonnen de vennen al snel weer dicht te groeien. Boeren profiteerden hiervan. Zij maaiden de holpijp die langs de oevers van de uitgeveende plas groeide en gebruikten het maaisel als groenbemester op het veld. Doordat de omgeving van het ven in een oude Maasbedding lag was het ook mogelijk rivierklei te winnen. Er ontstonden kleiputten die overigens later zijn opgevuld met stadsvuil en puin uit de Tweede Wereldoorlog.

De witte wandelroute loopt deels over het tracé van het oude tramlijntje waarlangs de klei werd afgevoerd. De klei werd afgeticheld en tot bakstenen verwerkt. De achterblijvende gronden zijn tegenwoordig grasland, heide en bos in de omgeving van de Ossenberg. Vanaf 1930 vond veel bosaanplant plaats. Een bijzonder bostype, nog herkenbaar aan de boomsoorten die er staan, is het zogenaamde Stadsbos. Na de Tweede Wereldoorlog werd dit ingericht als park met een grote afwisseling van boomsoorten. In 1971 kocht Het Limburgs Landschap de eerste delen van het Zwart Water aan.

Lees meer over het ‘Gebied’, bron: Limburgs Landschap